vervolg bagage

Mijn ouders waren daar niet blij mee, zij voorzagen daarin veel problemen voor mij en voor zichzelf. Ze waren er zelfs bevreesd voor. Zoals in het verhaal van nicht Ankie (klik aan om te lezen) wordt verteld, komen paranormale gaven in de familie van vaderskant veel voor. En dat heeft meer zorgen dan positieve dingen opgeleverd. Later heb ik vernomen dat ook aan mijn moederskant bijzondere gaven voor kwamen. Mijn oma genas mensen met haar handen. Helaas kleefden aan mijn moeders familie  ook vreemde krachten in de vorm van vervloekingen.
In mijn beleving hebben mijn ouders de helm bewust vernietigd. In ieder geval was het paranormale een sterk taboe voor mij. Achteraf weet mijn oudste zus voorvallen te herinneren die op dat paranormale wijzen. Zelf heb ik dat totaal verdrongen.

Ik heb oosterse wortels. Ik ben geboren in Indonesië, maar ik was nog maar een half jaar oud toen ik in Nederland aankwam. Ik weet niet beter, maar toch heb ik veel affiniteit met niet –westers denken.
Het zit als het ware in mijn genen .
In mijn familielijn zit naast het christendom ook het hindoe-en boeddhisme verankerd.

Mijn overgrootvader Heinrich Wieland kwam als Zwitserse huursoldaat naar Java en kreeg in 1876 de Dieng Plateau onder zijn hoede,
De Dieng Plateau geldt als een heilige plaats. In de 9e eeuw werden er in the middle of nowhere 400 Hindoe tempels gebouwd. En dat op 2000 meter hoogte. Het plateau is tot vlak na de 2wereld oorlog in de handen van mijn familie gebleven.

Buiten de westerse wereld is het niet ongebruikelijk dat menselijke bewustzijn, de ziel, meerdere levens omvat..
Indonesië is een land van krachten en zielen, en daar is de communicatie met overledenen niet vreemd.

Ik was een half jaar oud toen we naar Nederland gingen. Dat heette met een mooi woord repatriëren. Aangezien mijn familie vanaf de 19e eeuw de Nederlandse nationaliteit had hield dat in dat we van het moederland voorgoed naar het vaderland gingen.
Wij hebben altijd tussen blanke Nederlandse mensen gewoond. Met familie en andere Indische mensen hadden we sporadisch contact. Mijn ouders hebben bewust gekozen voor het opgaan in de Nederlandse cultuur. Het werd ons zelfs verboden om de Indonesische taal te leren. Ik heb dat duidelijk als een blokkade ervaren. Hoewel mijn ouders vroeger onderling Maleis spraken, kon ik in de voorbereiding op een reis naar Indonesië, mij de taal niet eigen maken. En dat terwijl ik met mijn gymnasiumopleiding toch enige ervaring moet hebben met het aanleren van vreemde talen. Het Maleis is een van oorsprong simpele taal. Het is eigenlijk bedoeld als handelstaal tussen alle verschillende bevolkingsgroepen van Indonesië en Maleisië. Het was een mengtaal ontstaan uit Aziatische talen, Portugees en Hollands.
Ik heb weinig meegekregen van de oude Indische gedachtegoed van voor de oorlog of van de huidige Indonesische cultuur.
Ik dacht en voelde Hollands met wat gekruide voorkeuren, zoals een boterham met pindakaas en sambal.

Vanaf mijn derde jaar wist ik dat ik dokter zou worden. Gezien het opleidingsniveau van mijn ouders en het sociale milieu waarin we terechtkwamen, leek dat niet waarschijnlijk.
Het grootste deel mijn jeugd heb ik op een klein dorp midden op de Veluwe doorgebracht.
Via het gymnasium ben ik geneeskunde gaan studeren op de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hoewel ik niet van gereformeerde herkomst ben heb ik wel bewust gekozen voor deze universiteit.

Ik ben iemand die niet gemakkelijk leert in die zin dat ik een goed geheugen heb . Ik mis discipline om te stampen en zo de feiten oplepelen, die ik had moeten leren.
Ik leer moeizaam, maar ik ben iemand die op de juiste momenten de gewenste dingen weet. Tenminste als ze wezenlijk van belang zijn.
Ik heb op het gymnasium bijna niet gewerkt en ook op de universiteit deed ik andere dingen dan colleges volgen.
Soms heb ik het gevoel dat ik dromend door het leven ga. Ik heb een droom of een beeld en ik leef er naar toe dat de droom werkelijkheid wordt.

<<<Terug naar onderweg